Aansprakelijkheid van de verkoper voor verborgen gebreken in de vroegmoderne rechtsleerPromovendus: Dr. C.J. de Bruijn
Promotores: Prof.Mr. J.J. Hallebeek, Prof.Mr. A.J.B. Sirks
Duur: 1/2/2011 - 31/1/2016
Promotie: Amsterdam, 26/10/2018
Abstract:
Het doel van dit onderzoek is een betrouwbaar beeld te schetsen van de totstandkoming van gemeenschappelijke regelingen op het gebied van aansprakelijkheid voor verborgen gebreken in Frankrijk, de Nederlanden en de Duitse landen in de 16e, 17e en 18e eeuw. Het Romeinse recht kende al sinds de Republiek (2e eeuw v. Chr.) verschillende regelingen voor gevallen van koop waarbij het gekochte goed een gebrek bleek te hebben zonder dat de verkoper tijdens de koop van het gebrek op de hoogte was. In de vroegmoderne periode (16e-18e eeuw) ontstaat er eenduidigheid over de teksten uit het corpus iuris omtrent de aansprakelijkheid van de verkoper. Met name kwesties als de termijn waarbinnen een koper moet ageren en de berekening van prijsvermindering die hij kan verlangen worden uitvoering behandeld. De wijze van totstandkoming van algemeen aanvaarde doctrinaire uitgangspunten is nog altijd niet goed in kaart gebracht. Vooral nu er op Europees niveau een ontwikkeling lijkt plaats te hebben richting een Europees gemeenschappelijk privaatrecht is het zinvol de historische ontwikkeling van vraagstukken die ook in deze tijd spelen nader te onderzoeken.