Op zoek naar een civielrechtelijk kader voor gemeenschappelijk wonen. Rechtsvergelijkende lessen voor VlaanderenPromovendus: Mw. E.B.C. Verscheure
Promotores: A. De Boeck, Prof.Dr. N. Carette
Duur: 1/9/2018 - 31/8/2024
Abstract:
De academische interesse voor gemeenschappelijk wonen is aan het groeien omdat het soms beschouwd wordt als een potentieel antwoord op enkele hedendaagse maatschappelijke uitdagingen, waaronder de toename van de bevolking en het aantal huishoudens, maar ook het optimaliseren van het beleid voor huisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. In dit doctoraatsonderzoek ga ik op zoek naar de fundamenten voor een civielrechtelijk kader voor gemeenschappelijk wonen (soms ook cohousing genoemd). De centrale onderzoeksvraag luidt : "Hoe kan de figuur van het gemeenschappelijk wonen civielrechtelijk vorm gegeven worden zodat ze kan leiden tot een evenwichtige bescherming van de rechten, plichten en belangen van de woongroep, individuele bewoners en schuldeisers?. Het onderzoek gebeurt in drie fasen. Ten eerste wordt onderzocht wat gemeenschappelijk wonen precies is, welke typologien er zijn, wat de civielrechtelijke kenmerken zijn en wordt tot slot van dit deel een normatieve definitie geformuleerd. Ten tweede zal rechtsvergelijkend onderzoek gevoerd worden naar specifieke wetgeving betreffende gemeenschappelijk wonen in drie andere landen (Nederland, Frankrijk en Duitsland) (top down-benadering). Ten derde zal ook de juridische uitwerking van contracten of constructies van gemeenschappelijk wonen onderzocht worden (bottom up-benadering). Met de informatie verzameld in deze drie stadia zal een antwoord geformuleerd kunnen worden op de centrale onderzoeksvraag. De gedentificeerde juridische rechten, plichten en belangen zullen de evaluatiecriteria voor een evenwichtige belangenafweging vormen.