Promovendus: Mw. I.M. de Waal

Promotor: Prof.Dr. Ch.W. Backes

Duur: 1/9/2019 - 31/8/2023

Abstract:

De wereldbevolking verbruikt momenteel zon grote hoeveelheid grondstoffen dat om aan de vraag hiernaar te kunnen voldoen eigenlijk 1,6 aardes benodigd zouden zijn. Door de steeds groter wordende wereldbevolking en de groeiende welvaart zal deze vraag blijven toenemen. Dit zal uiteindelijk leiden tot uitputting van de niet-hernieuwbare grondstoffen op aarde. Om dit te voorkomen en om een duurzame groei in de EU te kunnen realiseren, zal men de huidige lineaire manier waarop men omgaat met grondstoffen moeten veranderen. De Europese Unie werkt daarom toe naar een meer circulaire economie: een economie waarin de waarde van grondstoffen, materialen en producten zo lang mogelijk kan worden behouden en waarin de afvalproductie minimaal zal zijn. Het realiseren van (de transitie naar) een circulaire economie roept verscheidene juridische vragen op. Enkele hiervan hebben betrekking op het stoffen-, producten- en afvalstoffenrecht. Hierbij kan gedacht worden aan de vraag hoe men dient om te gaan met belemmeringen die bestaan voor het recyclen van bepaalde producten, die momenteel veroorzaakt worden doordat discrepantie bestaat tussen het stoffenrecht en het afvalstoffenrecht. Kortom, voor het realiseren van een circulaire economie is niet alleen de relatie tussen het stoffen-, producten- en afvalstoffenrecht van belang, maar bovenal is de vraag van belang hoe het stoffen-, producten- en afvalstoffenrecht dusdanig kan worden vormgegeven zodat de transitie naar een circulaire economie wordt gestimuleerd. Dit onderzoek beoogt de relatie tussen en de vormgeving van het Europese stoffen-, producten en afvalstoffenrecht met het oog op het stimuleren van de transitie naar een circulaire economie te onderzoeken. Onder meer aan de hand van verschillende casus, die nog nader zullen worden bepaald, zal deze relatie worden onderzocht.