|
|||||||||||||||
|
De strafrechtelijke bescherming van het leefmilieu in België, Duitsland en Nederland. Modellen van strafbaarstelling en hun bewijsrechtelijke implicaties. Volledige citeerwijze volume 27 Ius Commune Europaeum boekenreeks: M.G. Faure, M.J.C. Visser, De strafrechtelijke bescherming van het leefmilieu in België, Duitsland en Nederland. Modellen van strafbaarstelling en hun bewijsrechtelijke implicaties. (1999, Intersentia, Antwerpen, ISBN 90-5095-081-7, xiii + 512 p.) Flaptekst: Dit boek is geschreven voor Nederlandstalige juristen geïnteresseerd in het milieustrafrecht. Het is de weerslag van onderzoek dat is verricht door een Belgische en Nederlandse penalist naar de verschillende modellen van strafbaarstelling van milieuverstoring en de bewijsrechtelijke implicaties daarvan. Er bestaan verschillende mogelijkheden om met behulp van het strafrecht het leefmilieu te beschermen. In dit boek worden vier modellen van strafbaarstelling onderscheiden die in de milieuwetgeving van België, Nederland en Duitsland worden aangetroffen. Het betreft abstracte gevaarzettingsdelicten, concrete gevaarzettingsdelicten, de strafbaarstelling van ernstige milieuverstoring en de zorgplichtbepalingen. De voor- en nadelen van deze wijze van strafbaarstelling worden in dit boek besproken aan de hand van wet- en regelgeving uit de genoemde landen. Bovendien wordt steeds de relatie onderzocht tussen de wijze van strafbaarstelling en het bewijsrecht. Voorts komt de vraag aan de orde of de delictsomschrijvingen zijn gericht op de directe bescherming van het leefmilieu dan wel of de strafrechtelijke bescherming indirect wordt verleend, bijvoorbeeld door criminalisering van de schending van vergunningsvoorwaarden. Tenslotte wordt ook aandacht besteed aan de zogenaamde administratieve afhankelijkheid die kenmerkend is voor het milieustrafrecht. Dit boek is als volgt opgebouwd: na enkele inleidende beschouwingen (I) wordt kort ingegaan op de gebruikte methodologie (II). Vervolgens wordt weergegeven op welke manier het milieustrafrecht in de onderzochte landen (België, Duitsland en Nederland) is gestructureerd (III). Het grootste deel van dit boek bestaat uit de beschrijving en analyse van de verschillende modellen van strafbaarstelling van milieuverstoring. Achtereenvolgens komen de abstracte gevaarzettingsdelicten (IV), de concrete gevaarzettingsdelicten (V), de strafbaarstelling van ernstige milieuverstoring (VI) en de zorgplichtbepalingen (VII) aan bod. Voorts wordt aandacht besteed aan enkele commune delicten, die mede ter bestrijding van milieuverstoring worden gebruikt, maar daarop niet primair zijn gericht (VIII). Na die beschrijving volgt een weergaven van de consequenties op rechtspolitiek vlak (IX). Het boek wordt afgesloten met enkele slotbeschouwingen (X). |
|
|||||||||||||
|